Afschrijven op vastgoed
Vanuit de praktijk merken wij dat cliënten het hoofdstuk afschrijven op vastgoed vaak lastig vinden. Om deze reden behandelt dit artikel de basisbeginselen van het afschrijven op vastgoed.
Waardering vastgoed
De waardering van vastgoed in eigen gebruik bij eerste verwerking (opname in de financiële administratie) geschiedt tegen de kostprijs. De kostprijs bestaat uit de som van de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs en de bijbehorende kosten om het vastgoed op zijn plaats en in de staat te krijgen voor het beoogde gebruik.
De grond waarop het vastgoed staat en het vastgoed zelf worden afzonderlijk verwerkt. Dit omdat op grond in beginsel niet wordt afgeschreven.
De waardering na de eerste verwerking geschiedt tegen het kostprijsmodel of het actuele waarde-model. Bij het actuele waarde-model wordt niet op het vastgoed afgeschreven (maar wordt het vastgoed periodiek geherwaardeerd), vandaar dat dit artikel enkel ingaat op het kostprijsmodel.
Waardering vastgoed – kostprijsmodel
Het kostprijsmodel houdt in dat het vastgoed wordt gewaardeerd tegen de kostprijs, verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
De jaarlijkse afschrijvingen reflecteren de verwachte toekomstige gebruiksduur van het vastgoed en houden rekening met een eventuele restwaarde.
Bijzondere waardeverminderingen zijn van toepassing wanneer de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde (hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde).
Afschrijvingen
Om de afschrijvingen te bepalen zijn dus de volgende variabelen nodig:
- Aanschafwaarde vastgoed excl. grond
- Restwaarde
- Gebruiksduur
De formule luidt: (aanschafwaarde exclusief grond – restwaarde) / gebruikersduur).
Meestal bedraagt de gebruiksduur van een pand 30 tot 50 jaar.
Fiscaal / bodemwaarde
Fiscaal mag niet verder dan de bodemwaarde worden afgeschreven. Is fiscaal de bodemwaarde bereikt, dan kan fiscaal dus niet meer afgeschreven worden.
Meer informatie?
Neem voor vastgoedfinanciering contact met ons op.